Zonder twijfel maar mét goeie moed
loop ik de 4-daagse en ik loop hem uit.
Het is vast de hoop die 't hem doet
en verder niets anders dan wat fruit.
Zo loop ik, met voeten zonder blaren,
en een wazige lach rondom mijn mond,
de kilometers en God zal me bewaren.
Zo dwaal ik in Nijmegen in het rond.
Maar bedenk, al wie deze regels leest,
of zo'n tocht ook U zal gaan behagen.
Wees niet dom, maar eerder bevreest,
het zijn en blijven vier lange dagen.
En straks komt dan het eind in zicht,
slechts 'n enkeling loopt nog in de pas.
Voor hen schrijf ik dit, een gedicht,
en hef ik, in bewondering, het glas.