Zijn handen zijn klam.
Zijn lichaam drukt op die van mij.
Hij ruikt naar alchol en zweet.
Begint hard in mijn borsten te knijpen.
En ik doe alsof het mij niet kan schelen.
Doet zijn broek uit.
En ik kan zien dat hij opgewonden is.
Zijn lul staat stijf.
Hij blijft daar staan.
En ik loop naar hem toe.
Ik sta voor hem.
Zijn hand duwt me ruw naar beneden.
Je kent je plaats zegt hij dreigend.
En het is waar ik ken mijn plaats.
Ik mag blij zijn dat ik zijn vriendin mag zijn.
Ik moet alles voor hem over hebben.
Want ik ben hem niet waardig..
~Oud gedicht~