Kindjes in arme landen,
Ik wil ze helpen ik neem ze op mijn handen.
Breng ze naar ons kleine landje, met koeien die grazen.
In ons kleine koude landje, waar veel minder kogels door de lucht razen.
Waar ze geen kindslaaf hoeven te zijn,
Waar ze niet hoeven te werken, want ze zijn nog zo klein.
In ons landje waar kleine kindjes vrij kunnen spelen,
En waar vriendjes en vriendinnetjes speeltjes en koekjes delen.
Kon ik ze maar op mijn handen meenemen naar een veiliger thuis,
Waar ze kunnen slapen onder dekens, in een veilig en stevig huis.
Waar ze niet bang hoeven te zijn om familie kwijt te raken,
Ja kon ik dat maar, kon ik maar alles goed maken.
Kon ik ze maar hierheen brengen, zodat ze veilig kunnen slapen,
Kon dat maar, dan zouden ze geen eten van de grond oprapen.
Dan zouden te eten en te drinken krijgen elke avond weer,
Maar dat gaat me niet lukken, hoe hard ik het ook probeer
; sannne.