Achterhoek.
Coulissenland. Weidse gezichten.
De akkers vol maisgroene gloed.
De blauwe linten van riviertjes,
die je al gaandeweg ontmoet.
Ragfijn gestrooid de boerenerven
als wachters in het vele groen,
omzoomd door bomenrijen…soezen
als pleisterplaats van alle doen.
De dorpjes met de oude kerken.
tufstenen putten van oudsher,
zijn richtlijn in stille oasen
orientatiepunten in het ver.
De bospercelen als omlijsting
met eigen rijke vogelstand.
De bermen, kleurrijke vegetatie.
Wegjes van asfalt en van zand.
De Staringskoepel aan de Regge.
De erven nog antiek belast
plaatsen ons in een and’re wereld
die ons van weg tot weg verrast.
Zelfs grote plaatsen stralen
iets uit van Middeleeuwse alluur
in hun gebouwen , rust en stilte.
Los van een jachtende cultuur.
Er heerst een toch beheerste ruimte
tussen ’t omzoomde looffestijn
van bomenrijen….groene weiden
gefilterd in de zonneschijn.
th.