Sprankelend bergop
gehuld in
verkennend lief zijn,
lachte ze naar de top,
naar onbevlekte vrede.
Plots,
een onbekend gedruis,
een verdomde,
een verdoemde wolk,
brak haar lichte tred.
Geschokt evenwicht.
Ze werd zwanger
van verlangen,
naar de overkant,
naar een owaze
van gedroomde rust.
Het ingespoten gif
maakte haar bitter,
ver weg
van het beloofde land.
bokkie46