Ik sta aan de rand van een ravijn
en mijn hart klopt in mijn keel
voel me echt gigantisch klein.
Mijn ademhaling versnelt steeds meer
zak op mijn knieƫn neer,
kijk omhoog en sla mijn ogen neer.
Ik heb het koud
en de regen snijdt in mijn gezicht.
Beelden schieten voorbij
ik knijp mijn ogen dicht.
Ik blijf maar zuchten maar
niets dat oplucht en
diepe wonden onstaan er in mijn hart.
Verstrikt in een web van angst
probeer ik me los te wrikken
maar ik
kan alleen maar mijn tranen wegslikken en
voel hoe de aarde onder mijn voeten verdwijnt.
Ik strek een hand vooruit
spreek mijn laatste woorden uit,
gek van verlangen
laat ik mijn hoofd hangen.
Ik mis je zo.