Vroeger waren mijn buurjongen en ik beste vrienden.
omdat we allebij zo'n vriend verdienden.
we speelde altijd kappertje, we zagen elkaar elke dag.
ik was altijd meteen blij als ik hem zag.
Altijd ging mijn buurjongen door de planken gluren.
Hij heet Davy en is nu 18 jaar, we zijn nog steets buren.
We worden ouder en zien elkaar nog amper, we zeggen nooit iets tegen elkaar.
soms gewoon een gebaar.
Nu vind ik hem leuker dan een vriend, hij ziet mij alleen niet staan.
ik ben te jong dat weet ik, en ik kan niet met een relatie om gaan.
Davy en ik zijn uit elkaar gegroeit, en opgegroeit.
ik wil vrienden zijn, of dat hem wat boeit.