De laatste stappen.
Wat je al wist, wat je al voelde
wordt onomwonden plots gezegd.
’t Is zo bepalend, zo onzeker ,
en wordt ruw op je bord gelegd.
Op Hemelvaart allen tesamen
Zijn wederkomst wordt afgesmeekt,
en jij wordt tot Hem opgenomen
waarin het hier zijn snel verbleekt.
Toch hangen wij nog aan het leven,
al is de dag een zware gang,
die afziet van weer een opname,
De pijn en ziekte duurt te lang.
Ik bid die Heer van toch ons beiden:
Heer draagt U hem in deze tijd,
zodat er rust komt en aanvaarden,
deze maanden zo U toegewijd.
Dat ’t leven hier wordt losgelaten
hoe zwaar en moeilijk dat ook is.
Een afscheid van die wij beminnen
de angst soms en de ergernis.
Maar dat er weet is van Uw liefde
dat U ons op Uw tijd verwacht,
om in te gaan in ’t rijk van vrede.
Waar alle leed straks wordt verzacht.
th.