Vogelvrij.
Hoog, sierlijk, vrij,
beschreef hij cirkels in 't azuur,
cirkels en triomfbogen
met vleugels als zeilen
die na 't stijgen, op de duur
nauwelijks nog bewogen.
Spiedde het landschap, diep benee,
zeer gebrand op prooi
ergens in de groene 'loverzee',
moest en zou hij vinden
want in de ijle rotsplooi,
hongerige kuikens, nimmer tevree.
Een schot! een krijs!
een fladderende val,
het roemloze einde van een vogel
die in het hoge blauwe ruim
nooit meer triomferen zal
door de vernielingskracht
van één moordende kogel.
Hoog, sierlijk, vrij.
Vogelvrij.
Frans Vanhove.