Ik ben altijd behoorlijk jaloers geweest
op mensen die gedurende vijf minuten iets beleven
en daar dan vervolgens uitgebreid twee uur kunnen over beuzelen.
Die met het kleinste leven de uren vullen,
bijvoorbeeld, in kroegen, met een pint
als microfoon. Dat vanzelfsprekende gemak,
de volmondigheid van brede woorden. Ik geef toe:
ik had dat ook graag gekund: zo'n taalkraam
om pijnlijke stiltes in te verstoppen als ik zocht
naar zeldzame woordsoorten, indrukwekkende pointes,
omzichtige onderhandelingen om dat ene
tenentintelende verlangen binnen handbereik te krijgen:
je heel lang in mijn armen te kunnen houden en daar
eindelijk mijn mond te mogen bij houden.