Ik geef een gil
Ik sta voor de spiegel
Te staren naar iemand in spiegelbeeld
Een vrouw met lang bruine haren
Half slapend en net geopende ogen
Maar wie is dat
En wat voor persoonlijkheid heeft die gene
Ik probeer contact te leggen
In die gene der ogen te kijken
Der emotie proberen te lezen
En der signalen op te vangen
Ze staart voor zich uit
Het is een stil persoon
Met een groot litteken op der hart
En heeft een diep gekwetste gezichtsuitdrukking
Wat kan ik doen
Wat moet ik doen
Om er te kunnen laten lachen
Wat is het medicijn
Tegen haar eenzaamheid
Ze laat niks los
Ze is in zich zelf gesteld
Wat alles met een mens doet
Is te lezen uit haar angst
Ze is bedrogen
Ze stond er opeens alleen voor
Iedereen heeft er verlaten
En nu heeft geen doel meer voor ogen
Zielig om te moeten zien
Dat die gene in die spiegel
Stilletjes lijd
Dat die gene in die spiegel
Iemand is die niet weet wat te moeten doen
Dat die gene in die spiegel
Niet laat zien wat haar pijn is
Dat die gene in die spiegel
Leeft zonder te weten waarvoor
Het is harteloos hoe mensen kunnen zijn
Maar het aller ergste is nog
Dat die gene in die spiegel
Niet werkelijk kan laten zien wie zij is
En dat die gene in die spiegel
Eigenlijk in spiegelbeeld naar zich zelf aan het staren is.