Ik heb geen hart van goud,
En ook geen hart van hout.
Nee het is ook niet van steen,
Die van mij is van zand gebouwd.
Die van mij is niet gemaakt,
Om goed bloed rond te pompen.
Of om mijn lichaam te verzorgen,
Maar voor anderen om overheen te stompen.
Het is flexibel en zacht,
En het schittert als een wit strand.
Het voelt zacht aan de voetjes,
Daarom is het gemaakt van zand.
Het brand niet en is onverwoestbaar,
Het absorbeert alle tranen en verdriet.
En het mooie van alles;
Er is helemaal niemand die het ziet.
Mijn hart is mooi en groot,
Maar het verliest nog wel eens vorm.
Als er weer iemand overheen loopt,
Als een enorme razende storm.
Het hoeft niet verzwaard te worden,
Het blijft niet liggen in een hand.
Dus wordt het ook niet gestolen,
Nee daarom heb ik een Hart van Zand.