Eén voor één gaan ze aan,
fonkelend in de zwoele nacht.
Een lichtconcert boven m'n balkon,
geduldig gewacht op de ondergaande zon
en vergezeld door een volle maan,
na de wissel van de hemelwacht.
Een late vogel zingt ingetogen,
maar overtuigend het schouwspel toe.
Een kikker volgt, een zoet duet.
Ze houden me muziekaal uit bed,
wordt door hun lofzang meegezogen,
al maakt de avond nog zo moe.
Ondanks het duister,
is er kleur,
geeft de zomer
een pallet aan geur
en word ik even dromer,
terwijl ik naar de ode luister.
Een bries probeert nog de rust
van dit magische spel te breken,
maar de zomer houdt haar in bedwang.
Zo ga ik op in het gezang,
tot de nacht mij voor het slapen kust
en mij toedekt met z'n warme deken.