Zo simpel als wat,
voor jou mond nam jij geen blad,
openstaand voor kritiek,
als een cape nam je het om,
richting het sterrendom,
en schoot je terug als een elastiek,
keihard als je was,
en toch altijd zo een lieve grapjas,
het werd zelden geaccepteerd,
wat jou ook zelden deert.
jij was er 1 uit duizenden,
maar voor bijna ieder stond je erbuiten,
hoopte je dat de cirkel ging ontsluiten,
maar jij was duizend en 1,
altijd daaromheen,
toch zo uniek, waarom ook alleen?