Als ik thuis kom
zal ik daar blijven
een jaar of wat
Als een Eskimo
zal ik me afsluiten
rillen in eenzaamheid
En als ze dan belt
ongegeneerd
twintig keer over
en voorbij
Het zal oorlog zijn
in mijn hoofd
vol van niets
Er zal oorlog zijn
zoals altijd
om niets
Een dwangbuis
van gekheid
elke beweging is teveel
Kil zal ik zweten
op de bank
met zo’n omadeken
Mijn armen gekruist
met sigaret
dat wel
Vierentwintig uur slaap
(de genade klap van twee etmalen)
mooi verdeelt over drie dagen
dat is een nobel streven
Voor mij geen pillen meer, dokter