Waarom kan het bij mij niet altijd goed gaan,
Ondanks dat ik goed in het leven ben gaan staan.
Iedereen om me heen is gelukkig en te vree,
En de meeste wonen al met zijn twee,
Ik woon hier alleen,
Wel veel mensen om me heen.
Vrienden die er zijn voor altijd in je leven,
Maar niet die ik die speciale dingen kan geven
Een maatje waar je mee kan lachen en huilen,
Waar je, je achter kan verschuilen.
Mensen zat die bij me willen zijn,
En vinden dit ook zeker fijn.
Maar willen dan niet verder denken,
Geen toekomst aan mij schenken.
Andere willen weer teveel en te snel,
Soms begrijp ik dat ook wel.
Sommige hebben het geluk al gevonden,
Zijn dus al aan elkaar verbonden.
Een ander gaat het alleen om de zin,
Daar ga ik wel tegenin.
Maar ik wil graag iemand om wat mee op te bouwen,
Om een heel leven mee uit te houwen.
Mijn leven samen mee te delen,
Net als zo velen.
Mensen die aan je vragen word het voor jou niet eens tijd,
Dat je ja zegt tot de dood jullie scheid.
Ik hoop dat mij dit ooit nog zal gebeuren,
Dan vertel ik het iedereen in geuren en kleuren.
Alleen waar is die prins op het witte paard,
Dat is soms iets wat me zorgen baard.
Kom ik hem ooit wel tegen,
En ben ik dan niet te verlegen.
Mijn hoop laat ik soms wel eens varen,
Want niemand kan die dingen verklaren.
En ik weet dat mijn tijd ook nog gaat komen,
En tot die tijd blijf ik rustig verder dromen.
Ddk-82