Gloeiend rood haar, strak naar achter,
ze nam me in haar op en knikte.
Terughoudend als ik ben beschreef ik haar,
met pen en papier op schoot, ik slikte.
Al veel te veel jaren heb ik last,
van vrouwen die me volgen.
Toch liep ik op haar af,
stelde me voor, enigzins verbolgen.
We praatten uren lang over het leven,
het dolen van gedachten in mijn geest.
Ik vertelde haar over mijn verleden,
op mijn gemak, onder invloed, onbevreesd.
Ze zei 'Ik moet je wat vertellen',
en nam nog een slok Johnny Walker.
Ze zei 'ik ben liever niet alleen,
ik ben jouw engel, ik ben jouw stalker'.