Filoëzie
Uit 'Herboren' (doorlopend gedicht)**
... In alles wat eeuwig is!
De rede is verminkt
Zij vragen zich af waarom God
geen erbarmen heeft. Geen me-
delijden met hun dwaze streken.
God, ik doe verkeerd, vergeeft
het mij!! Voortdoen, de wereld
doet voort met zijn dwazernij,
geen verhelpen aan. Geen medelij,
terwijl zij de bedelaars versmaden
door hen een aalmoes te weigeren
en enkel hulp organiseren voor hun
eigen gemoedsrust, want zij zijn
levensblij. Maar het mag niet ver-
stoord worden. Zij hebben geen
medelij, tenzij ze er goed belegd
brood in zien. Zij hebben geen me-
delij. Toch, durven zij om hulp te
smeken voor hun overwinning, als
hun eer op het spel staat. Het
maakt hen blij. Zij vragen om hulp.
Echter niet onder de boom waar zij
staan, op de wegel waar zij gaan,
maar in rijkelijk voorziene kerken
en tempels vol pralerij. Waar de
armoezaaiers niet zo welkom zijn,
tenzij om hun hoogmoed nog wat
op te blinken. Zij hebben geen me-
delij, zij vragen het ook niet. Zij
hebben het niet nodig, zij hebben
alles. Moet een aangespoeld wrak-
hout medelijden hebben met de
wereld? Die verminkt is door haar-
kloverij die nooit naar de rede
luistert, want de rede is eveneens
verminkt, het zou een leugen kun-
nen zijn! Men vertikt het om zelf
te denken, de redelijkheid te zoeken.
Men zoekt liever het spektakel op
dat hen vrijstelt, denken zij, van de
rede. De geest wordt gemeden als
een stinkende peer, hij bezorgt hart-
zeer. Sterker nog: hij bestaat niet
meer! De wereld wriemelt door
elkaar, als mieren die hun nest niet
meer weten. Dolgedraaid, de reden
van hun bestaan kwijt. Zij weten
niet meer voor wat zij werken, tenzij
voor hun appetijt, voor de rest zingen
zij al die tijd. Zinloos kwelen over
hun verwarring of, even zinloos, de
razernij brakend. Oorverdovend, om
het denken te kraken, zij zijn onder-
tussen gewoon geworden zo zot als
dronken mussen te zijn. Zo gewoon,
dat zij dàt het leven noemen.
** Te vroeg vestuurd door op de verkeerde knop te drukken, daardoor wemelelde het van fouten die nog gecorrigeert moesten worden, waarvoor mijn verontschuldiging.