Donker, licht, verward en begrepen,
Eenzaam, sterk, zacht en geslepen.
Warm, koud, reeël en bedacht,
Droog, nat, nieuw en verwacht.
Traag, scherp, spontaan en verlegen,
Leuk, stom, eerlijk en verzwegen.
Droevig, blij, helder en brak,
Hard, lief, krachtig en zwak.
Sterker, weker, liefde en pijn,
twijfel, zeker, afschuwlijk en fijn.