De zee en het land
Ik ben als het strand,
Jij als de zee,
Je stroomt op mijn stukje land,
En neemt elke x iets mee.
Steeds komt je aan,
En je gaat ook weer weg,
Maar ik laat je langzaam gaan,
Zonder dat je iets zegt.
Je bent soms in vloed,
Dan stroomt je liefde over me heen,
Het voelt dan te goed,
Als ik je liefde leen.
Langzaam trek je de golven terug,
Je laatste vocht neemt zich op,
Naar mij keer je me de rug,
Ik wil dat je stopt.
Nu ben je uitgedroogd,
Mijn strand is verlaten,
De zee komt niet meer,
De zee heeft me alleen gelaten.
Daan Zwanziger