Smaller, donkerder, angstaanjagender;
zo wordt de weg waarop ik loop.
Zo bang en alleen,
met geen enkele zekerheid om me heen.
Achter me komt een lichtje aangezweefd,
met een herkenbare gedaante erachter.
Oh, jij bent het! Mijn allerliefste vriend!
Samen gaan we verder,
hand in hand, met het licht dicht bij ons.
De weg blijkt veel breder, mooier en magischer te zijn.