(Wij moesten als huistaak een gedicht schrijven, dit is die van mij!)
Groene grassprietjes
Door ochtenddauw verslagen
Vanuit mijn vensterraam lijken het wel tranen
Zo kwetsbaar klein als die van ons
Vertrappeld door een lege ziel
Opgeraapt door de ochtendzon
En gedroogd door kindervoetjes
Hoor, voel, zie en ruik
Niets van het landschap wordt verspild
Niet het broze briesje, stromend op het ijs
Niet de winterlucht, snijdend en bijtend
Alles telt, niets telt niet
Misschien is het dit, hemel op aarde
Hemel op aarde, die de hemel verliet
Alles wat leeft
Alles wat beweegt
Alles wat echt is
Het is er en het zal er altijd zijn
Tot de kleurige kleinste dingen toe
Tot ik mijn ogen open
Vanuit mijn vensterraam
Is niets wat het lijkt.