Ik keek in de duisternis
dat wat me over spoelde
en mee nam
menig rand over tuimelend in vrije val
geen vrije val
on vrij
alleen naar beneden
geen keuze van richting meer dan
omlaag
ik maak me los
ik ga van de rand
ik bied jou geen zekerheid meer
nog dien ik enig doel
met deze woorden
het is tijd
mijn schip liep op de klippen en nu
van wrakhoud staat hier op de kust
het werkstuk waar ik trots op ben
bij het schrap zetten realiseer ik me
dat ik me nog een maal dien om te draaien
nee ik zeg geen vaarwel
om terug te keren over jou horizon
nee ik ga
ik buig en neem het zand
die als mijn dagen door de vingers glippen
weg stuift op de bries
die me verleid me
toe zingt als een muze
ik adem haar diep en vertrouwd
ik wijk niet van mijn innerlijke rots
nee deze is de uitkijk van mijn tocht
mijn anker mijn luwte mijn troost
mijn tranen voor de zee zijn gouden druppels
die dankbaar zich voegen in de stroom
waar ik me na mijn dank gebed aan dit
strand die me hielp en herbergde
tot de herbouw van dit schip aanspoorde
me nu zegt; ga
deze grond bied geen zekerheid nog de zee
alleen het reizen en ervaren
vertel hier van vertel het verder
voeg de twee samen tot een
ga staan in jezelf
duw nu en duw
het woord is de oever, leer ik net
die de wereld scheid
ik duw nu dit lichaam over die rand
en neem plaats in dat besluit
hier ben ik.