De zon ruziet met de schaduw,
Terwijl de vogels praten met de stilte,
De nacht vecht tegen de dag,
‘s Ochtends in de ochtend dauw,
Loopt een meisje door het bos,
Nergens aan denkend.
Eenzaam en toch zo tevreden,
Loopt ze samen met de schaduw,
Die soms wordt ingehaald door de zon,
Eenzaam en toch zo vrolijk,
Loopt ze samen met de stilte,
Die zachtjes praat met de vogels,
Vrolijk en tevree,
Omdat ze weet dat ze maar heel even eenzaam is,
Straks bij jou niet meer alleen.