...
Ik wil spreken maar mijn lippen zijn te moe
teveel woorden hebben zij moeten wegen
teveel leugens zijn gekust, teveel gevechten
gevoerd - waarheden zijn koppige strategen
De lippen trillen, beven angstig en uitgeput
op de drempel van de taal kunnen zij zinnen
als bruidsschat niet meer tillen, ze zwijgen
verstijven, en het huwelijk sterft van binnen
Ik voel de tekst ver in mijn mond verrotten
de zoete taal verzuurt totaal, weg de greep
van letter en kunst, mijn lip en lot verzegeld
en in die stilte ligt regel mij als eindstreep
Alles sust en baad in heerlijk rust, de klank
eens strijdend voor groot gelijk - gedoofd
en wat een zaligheid, dank u lippen, dank u
dat u de waarheid zijn vorm heeft beroofd
F.