...
Wit vlokken de daken voor mij
een prachtig blank dat ligt
als onschuldig kussen - de bank
en verder buiten, waar stoep en weg
wang en mens, bebleekt
het park beslingeren op weg naar huis
de warmte tegemoet
en ik?
ik zink - langzaam weg
in wolk, in pips witte dromen
gewiegd door de zachtheid
en die schoonheid van de wereld
welke het raam mij geschonken heeft
F.