Uit 'Herboren' (doorlopend gedicht)
... en de onweerstaanbare genietingen.
Hij zou de god zijn!
De lieve lust
De kater was zijn zorg niet, de
volgende wijn stond al klaar, want
in hun roes zouden zij niet verder
kijken dan het feestgedaas. De
tafels met het beste van wat God
geschapen heeft. Hij, had het niet *
geschapen, maar deed alsof het
van hèm kwam, want hij gàf het.
Vele goden ontstonden, maar God
die alles geschapen had, werd ver-
geten. Vijandschap tussen hun
beider zaad? Amuseren jullie je
niet? Samen parend, een lieve lust
niet blijvend, samen paren tot het
leed in je schoenen zinkt. De roes
voorbij, wie moet dat nu klaren?
De kinderen van de zonde werden
geboren, wie zou voor hen gaan
zorgen? De vrouw, want zij
baarde het kind! De vrouw, want
de man die hun kind verwekte was
op de rol met de Bacchanten. Het **
leed werd te groot, haar kind werd
niet groot. Mannen vernederd door
de steeds weerkerende roes, weg-
kwijnend omdat ze geen vrouw meer
konden krijgen door hun lelijkheid en
hun verwarde zinnen. De vrouwen
schaterden het uit: oude dronkaards,
want zij wilden ze altijd maar jonger
hebben. Leed, leed kwam inplaats
van de feestroes, uiteindelijk. De
leugen vernietigt altijd, maar de jeugd
gelooft dit niet, en dat is zijn macht:
dat er steeds anderen aan gaan
komen. Steeds anderen zullen hèm
vereren. Omdat zij die de leugen
ondervonden hebben, weg gaan
teren in een graf dat toch niet he-
innerd wordt omdat het van een
dronkaard is. Van een vrouw die
waanzinnig geworden is omdat haar
kinderen altijd stierven, altijd zonder
vader. Maar, gezond dat ze waren!
Hun driften telkens botgevierd, bij
hen kwamen niet de ziekten van de
uitgestelde driften. Zo leven is
gezond, tot ze wegteerden aan de
ergste kwalen van de verkeerde
daden waaraan zij sterven. En die
zij telkens deden als de goesting
kwam, zonder rekening te houden
met de wetten van Gods natuur.
* Hij: hier is de Satan bedoeld (hèm, Lucifer, de fluisteraar, de lichtgever enz).
** Bacchanten (Maenaden): Nymfen uit het gevolg v. d. Griekse wijngod Dionysus.