Hand in hand,
lopen twee voeten,
elkaar begroetend,
door het zand.
De een, de ander,
een voor een,
teen voor teen,
langs elkander.
Dan stoppen de voeten,
ze zijn nu plus twee,
twintig tenen ontmoeten.
En daar bij de zee,
waar nu ook lippen begroeten,
begint stiekem een cliché.