...
Ik ben gestoord, zwart-witte stippen -
teeveevlokken, suizen voor de kijkers
de antenne als roze slak tussen lippen
ongesteld, spreekt de wartaal van soap
en traag, verlies ik al mijn begrippen
Een mengelmaal van zender, en ether
vliegt mij binnen als ruisend ruimtepuin
nieuwsflash! ‘t journaal deugt geen meter
vervuilt de geest en bemuilt het beest -
woest doet schreeuwen: het moet beter!
Zie de beelden, slim, mijn keel in dringen
ik slik ze weg als zoete koek, ’n zaadlozing
van zotheid, o hoor die engelen eens zingen
de waanzin, ons grote Gods verwaarlozing
zo op de buis, tot diep - de familiekringen
Ja, de kijkkanon wilt het levens - echte
en ziet zich zo, geveinsd, niet aan held
maar aan dat valse bloedgeld hechten
en wij, verknipt als film, raken zo vergeten
dat enkel het goede - overwint het slechte
F.