Onderdanig ligt ze aan je voeten,
Vleit zich weeral voor je neer,
Ze hoeft je maar te zien of horen,
En gaat als een razende te keer.
Ze blijft maar roepen in de stilte,
Luistert naar elk gefluisterd woord,
En al vertel ik haar wat anders,
Ze vindt toch dat ze bij jou hoort.
Naar mij luistert ze van geen kanten,
Heb vast haar opvoeding verknalt,
Die verschrikkelijk eigenwijze tante,
Mijn hart die steeds weer voor je valt.
Auteur: Engeltjuh | ||
Gecontroleerd door: christina | ||
Gepubliceerd op: 23 oktober 2008 | ||
Thema's: |