Ik zie mijzelf als een bloem,
Als een knopje wat moet bloeien.
Een bloemetje midden in een weiland met niemand om zich heen en helemaal alleen,
Een bloemetje die telkens weer een stukje bloeien gaat, en dan weer dicht klapt.
Een jong bloemetje wat een beetje hulp nodig heeft om te bloeien, En om zich uit het verleden te roeien.
En als ze zich uit het verleden heeft geroeid, dan weet ik zeker dat ze bloeit.
En blijft bloeien en groeien tot een prachtige sterke bloem.