Ik zeg wat niet gezegd mag worden
en het smachten in mijn hoofd
sterft een veel te luide dood.
Het jaagt de lijkenpikkers uit hun huizen.
Ze cirkelen en tieren en gieren.
En jij, mijn zotte prins, voert ze aan
ook al weet je niet hoe het eindigen moet.
Ik heb gezegd wat niet gezegd mocht worden,
mijn strijd is leeg en stil.
Het enige wat schreeuwt is een witte vlag waarop geschreven staat:
'Raak me niet aan,
maar doe het toch.'