Als men groot of klein aan Pasen reikt
Is het net alsof hoe meer men heeft
Men des te minder er naar omkijkt
Alsof kerk noch kruis ons niets meer geeft
De paashaas draagt dwaas maar zoet de mand
Waar eens die klokken hebben geluid
Die de vasten wegjoeg uit ons land
Met eieren als vergaarde buit
Nu worden ze elkeen toegereikt
Zelfs als men zijn Pasen niet naleeft
Rome ligt niet meer in ons bereik
De Staat heeft nu God voorbij gestreefd
Geen paasei meer uit boerenland
Geen toren meer vol klokken geluid
We zijn in die droomwereld beland
Van het varken met de suiker snuit