Je hoord het zachte ritme op de piano.
De stilte om je heen.
Het gefluister van sommige mensen.
Plots voel je dat er een persoon verdwenen is,
iemand die je graag mocht.
De persoon is die vooraan aan de kerk.
Hij ligt in een houten kist met bloemen en kaarsen eromheen.
Je had een plekje in je hart met liefde voor deze persoon oo zo groot.
Je voelt dat deze plek is afgebrokkeld.
De dood heeft deze plek in haar macht.
Dat is niet erg want je weet dat je altijd van deze persoon houden mag.
Dit is het gevoel dat de dood in je bracht.