O GOD dit brand!
( Vir: Totius na die lees van Passie Blomme )
TOTIUS
ek wou nog altyd
vir jou ’n gedig maak
’n gedig oor jou Passieblomme
wat hier diep in die
onderste diklaagvelle van
my hart kom gis het
met elk herlees van elk vers
het jy my dieper gekatrol
my traanbelaaide emosies
hoog in my oogkaste kom stoot
ek hoor hoe jou smart
teen my oordromme fluister:
“Ag, sy het nie gesterwe,
maar sy was somaar dood:”
ek klim in die meelewe van
die skielikheid, in die meelewe
van ’n passievolle vaderhart
verskoon my tog as ek my
neus skoon blaas die trane
wat wel, droog vee
ek in die swartste nag van
jou siel, ongenooid binnekom
verskoon my tog as ek
jou verse nie noú verder lees
as ek, saam met jou snik:
“o God, dit brand!” !!!
O GOD dit doet pijn!
Thea v. d. Barg en José Overkamp
TOTIUS
ik wil nog altijd
voor jou een gedicht maken,
een gedicht over jouw Passie Bloemen.
Tot in de diepste laag van mijn hart
rijst de pijn.
Bij’t herlezen van elk vers
raak jij mij steeds dieper
waardoor emotionele tranen
uit mijn oogkassen vloeien.
Ik hoor hoe jou smart
tegen mijn trommelvliezen fluister:
“Ach, zei was voordien niet ziek,
maar zei was zomaar dood...”
Ik probeer mee te leven in de
plotselinge gebeurtenis,
in het medeleven van
een passievolle vaderhart.
Vergeef me als ik mijn
neus snuit,
of mijn tranen droog,
ik in de donkere nacht van
jouw ziel ongevraagd binnenkomen.
Vergeef me als ik jou gedichten
niet nu verder lees,
omdat ik samen jou ween:
“O GOD, dit doet pijn!” !!!
Jy het nooit huis toe gekom nie
( Vir: Teen Geweld Stigting & Aandacht Doet Spreken-Nederland )
dan het jy gekom
maar nooit huis toe gekom nie
die ketel was al aan die kook
maar die gekraak van die hek oopmaak
die gekras van jou sleutels in die deur
jou magtige gerusstellende stem:
“Is my liefde nog in die kombuis?”
jou sweetreuk as my neus jou nek
“dagsê” soen - jou arms my
toevou om te sê ek is tuis… is weg
dan het jy gekom
maar nooit huis toe gekom nie
ek wag nog elke dag op hierdie stoel
my voet tik-tik die tyd verby
die verslaenheid in die
leegheid van hierdie
ondraaglike stilte breek
my vensters omdat ek
so magteloos alleen sit_
agter my… ’n potjie wat prut
dan het jy gekom
maar nooit huis toe gekom nie
vir wie bedien ek die kos
vanaand, môre aand en die
res van my lewe? Die wêreld
vroetel maar aan asof moord
soos ’n Hoog Heilige hier hoort
wanneer ons hom aanvat
stap hy dikwels skotvry daarvan weg
as getuies weier, om hom te beveg
so sit leë stoele in gebroke
huise die hele wêreld deur
so sit geboë stukkende figure
wagtend op ’n gestalte wat
nie meer kom nie…nooit
weer sal kom nie… want
geweld wat geen respek ken
het moord talle siele laat wen
dan het jy gekom…
maar nooit huis toe gekom nie…
Je bent nooit thuis gekomen
( Vir: Teen Geweld Stigting & Aandacht Doet Spreken-Nederland )
Dr Alfred Schaffer
zo ben je gekomen
maar nooit terug naar huis
het water stond alvast te koken
maar het hek dat krakend opengaat
het gerommel van jouw sleutels in de deur
je machtige geruststellende stem:
“Is mijn lieverd nog in de keuken?”
je zweetlucht als mijn neus je nek
“hallo daar” zoent – als je armen om me
dichtvouwen om te zeggen ik ben thuis... dat is weg
zo ben je gekomen
maar nooit terug naar huis
ik zit nog elke dag op deze stoel en wacht
ritmisch tikt mijn voet de tijd voorbij
de verslagenheid in de
leegte van deze
ondraaglijke stilte breekt
mijn vensters omdat ik
zo machteloos alleen zit –
achter mij... een pannetje dat staat te pruttelen
zo ben je gekomen
maar nooit terug naar huis
voor wie zet ik vanavond het eten
op tafel, morgenavond en de
rest van mijn leven? De wereld
rotzooit maar voort alsof moord
hier als een Heiligheid behoort
wanneer we hem dan aanpakken
komt hij er dikwijls schotvrij vanaf
als getuigen weigeren om hem aan te vallen
zo dus zitten lege stoelen in gebroken
huizen over de hele wereld
zo zitten gebogen en kapotte mensen
wachtend op een verschijning die
niet meer verschijnt... nooit meer
zal komen... want
het respectloze geweld
heeft met moord vele zielen gewonnen
en zo ben je gekomen
maar nooit terug naar huis...