Zoals een ochtendster was zij.
Je wordt wakker, stapt je bed uit,
doet je gordijn open en -
staat ademloos
~~als het nog geen dag is
maar al wel bijna licht
als je niet meer slaapt
maar nog wel droomt~~
een eeuwig moment lang.
Tot je je adem los laat,
de aarde verder draait,
de wereld wekt,
de rest van de dag in sluimer blijft
dromend over haar.
En als je de volgende ochtend
weer bij je raam staat
is ze weg.
Verborgen door wolken,
onzichtbaar gemaakt
door een nevel van pijn.
Maar de ochtend daarna
zijn de wolken verdwenen
en is ze weer terug.
Zachtjes stralend
aan de rand van je wereld
- iets verder van je verwijderd,
maar nog steeds zo dichtbij...