candles
1 voor 1 stak ik de kaarsen aan.
kaarsen zouden me naar het pad leiden waar jij zou staan.
na de zoveelste kaars zag ik iemand.
eindelijk daar stond jij.
koud, duisternis en eenzaamheid zijn nu voorbij.
samen steken we de andere kaarsen aan.
1 voor 1.
maar op een gegeven moment. werden de vlamen kleiner en kleiner, het werd weer koud.
daar stond zij.
zij, de persoon van wie je veel meer houd.
Ik steek nu de laatste kaars aan.
en ik wil nog 1 ding zeggen.
Je doet me ongelovelijk veel pijn.
Je had beloofd dat je nooit weg zou gaan,
dat we altijd bij elkaar zouden zijn.
Maar blijkbaar was ik niet genoeg voor je, en blies je mijn kaars uit.
Nu steek je de kaarsen verder aan met haar.
Je laat mij hier achter.
Ik heb het geloof in de liefde verloren, en de rest van mijn kaarsen heb ik weg moeten gooien.