Pendelend tussen twee hemellichamen
In de zwevende hemel z’n gans verlangen,
In ’t zo aardse vaarwater tezamen
Is hij ook niet voor een gat te vangen
Hij wordt van alle kanten aangetrokken
Onze planeet, ‘t is toch zijn thuishaven
Dat die open ruimte hem doet aanlokken,
Bleef hij maar aan ’s werelds vreugde laven
Is het de voorzienigheid, is het toeval
Het waarom achter deze reis door ‘t heelal
Daar waar zijn utopia verscholen ligt
Is de uitdijing vooralsnog gezwicht
En dan, wanneer het Grote Licht uitgaat
Geeft de Ster ons een laatste ronde?
Zal hij wegkomen met een zonde,
Als een buitenaardse aandachtsfanaat?
Hij, het luisterend oor voor elke meteoor
Die lief en leed deelt met elke komeet
Is het echt zo dat hij ons ziet staan
Bij z’n zoveelste baan om de maan?
Sommige waarden zijn onontkoombaar
Wat universeel fundamentalisme behelst
Voor de gevoeligheid van een snaar
Zie, hoe hij ‘t elektromagnetisme omhelst
Zo ongrijpbaar, een kaal maanlandschap
Het verdriet van een jonge kosmopoliet
Vestigt aldaar z’n hoop op beterschap
En ‘r voor ’t zelfde geld z’n kruid verschiet
Ergens is het ook nooit thuis te brengen
Doch zo bewogen op onbewogen paden,
Z’n uitgekristaliseerd verlangen tot verzengen
Vindt de wegwijzer naar Gods weldaden.
Dina-Anna: | Dinsdag, augustus 12, 2008 16:50 |
Héél mooi! Liefs Dina |
|
Littledolphin: | Dinsdag, augustus 12, 2008 14:09 |
prachtige woorden folkert, graag gelezen liefs barbara | |
Auteur: Folkert Eerdmans | ||
Gecontroleerd door: maneschijn | ||
Gepubliceerd op: 12 augustus 2008 | ||
Thema's: |