Tinkelend en parelend als een bergbeekje,
stralend als een zonnige voorjaarsdag
Verlangend en hunkerend naar het leven,
zo klinkt de zang van een roodborstje
Over het pad wandelt een vader
aan zijn hand de kleine jongen
"Vader, kijk een vogeltje!",
zegt het jongetje met open mond starend
Allebei luisteren ze stil en lopen dan weer door
Als jaren later weer een vader met zijn zoon
over datzelfde pad wandelen en luisteren naar de vogels,
pinkt de vader een traan weg als hij
een roodborstje luidkeels hoort zingen
Even dacht hij
aan wandelingen van vroeger
Als zijn vader met volle aandacht keek
naar het eenvoudige vogeltje en zei:
"Hij blijft zingen tot aan het eind van zijn leven,
dan sterft hij en een ander neemt zijn plaats in"
De man loopt verder met zijn kind,
het roodborstje met zijn stille levensgeluk achterlatend
Als de zon ondergaat, het nacht wordt
sluit het bos en alleen nachtwezens leven nu
Het roodborstje slaapt en droomt over vandaag,
vader slaapt en droomt over gisteren,
de jongen slaapt en droomt over morgen
Een bergbeekje kabbelt zacht
de wind fluistert in de bomen
De stilte van de nacht
vervangt de drukte van de dag
Alles is zo vredig, zo kalm
en herinnert steeds weer
aan stille nachten,
vredige dagen van vroeger
Vroeger, toen vader er nog was
en alles wat leefde echt leefde.