Getekende handen…..
Alvasthoudende is zij ontglipt
naar ’t brandend huis met kind.
Dat boven op de zolder sliep
…een moeder die bemint.
Men vond het onverantwoordelijk,
maar zij vond op de tast…..
haar zo beminde kleine zoon.
Haar liefde droeg die last.
Haar handen waren wel verbrand.
Getekend voor altijd…
haar liefde overwon de dood…
verbrande handen hem gewijd.
Hij is ’t verkeerde pad gegaan.
Zij heeft ervan gehoord.
Na heel lang speuren vond zij hem,
en heeft hem weer gestoord.
Wie bent u vroeg een vreemde vriend,
hij laat niemand meer toe…
“de vrouw met de verbrande hand “
dat was voor hem de clou…..
toen is de deur opengezwaaid
hij wist van ’t getekend zijn.
De liefde was het …die overwonen.
Geborgen al heel klein.
Zo toont de Heiland ook Zijn Hand
getekend door het kruis.
Voor mij in eeuwigheid doorboort…
teken van eeuwig thuis.
th.