Ik zag jou daar zitten.
Ik wou je direct bezitten.
Ik dacht, ik maak geen kans.
Dus ik deed geen poging, helemaal niets.
Maar gelukkig deed jij iets.
Jij stelde wat voor.
Zo wat was ik smoor!
Helemaal verliefd op jou.
Alsof je wist dat ik jou wou.
Alsof alles een droom was.
Jouw naam wat ik overal kras.
Nu ik jou heb, wil ik nooit meer zonder.
Want dit is een wonder.
Ik wil jou echt nooit meer kwijt.
Anders heb ik zo veel spijt.
Ik doe vaak domme dingen.
Dat komt door de spanningen.
Soms weet ik niet wat ik moet doen.
Zelfs niet onder een zoen.
Ik kan er niets aan doen.
Ik ben gewoon een oen!
Ik wil je leven mooi maken.
Ik wil je niet afkraken.
Ik wil echt alles aan je geven.
Maar liefde is het enige wat ik heb om af te geven.
Alle liefde geven aan jou.
Jij bent het enige meisje waar ik van hou.
Zonder jou wil ik nooit meer.
Zonder jou leven doet me zeer!