Vanuit het station te
Oostende verdween ik
met de noorderzon
kraampjes voorbij van
scampis en mosseltjes
en andere voedzame
produkten van de visserij
naar de badminton op
het strand waar ik het
geluk zag van kinderen
die waren bruingebrand
en die vol waaghalzerij
in de branding zwommen
van zeewier en duinzand.
Maar ik keek vanop de
pier met een afstand
nam nog een sandwich
uit m'n picknickmand.
Want ook al leek ik wat
op eentje aan de zelfkant
ik amuseerde me hier als
een hond zonder leiband.