Mijn coördinatie verzwakt naarmate ik mezelf in een onwerkelijke gedachtegang plaats..
Een ontwenning die benauwde verschijnselen met zich mee brengt..
Ik wil de verbinding verbreken noch het contact met het ontastbare zwarte gelaat laten verdwijnen..
Noch wetend dat het blijft..
Koude handen zorgen ervoor dat ik trillend mijn lippen en een verstrakte uitdrukking op mijn gezicht probeer te verdoezelen..
door een enige warmtbron te zoeken en me er niet aan toe te geven dat het te laat zal zijn..
Ik staar vooruit, laat mijn oogleden langzaam sluiten..
Zonder ook maar iets kwijt te raken waar ik een kwartier geleden nog aan dacht.