als ik jouw lippen proef
zo zoet als wilde kersen
mooi vol en rondborstig
als ik jouw zachte perzikken
betast voorzichtig
knopjes in de bloei
als ik jouw malse lende
voel glijen tussen
mijn vingers
die ik zachtjes kneed
het brood word gebakken
in de morgenstond
maar de bakker moet ook
eten en drinken
drinken van de liefde
dronken van lust
als ik jouw pruimpje ruik
samen liggend in het gras
mijn gezwollen trots
die steigert en gaat vol
in galop
zoals jij hem berijd
als een wild beest
wat ben jij toch wild
wat ben jij zoet
zo zoet als wilde kersen
ik ben zo gulzig
laten wij vrijen en drinken
genieten van het leven