Stille nacht,heilige nacht.
Jamie slaapt.
Vijftig
op vier mei.
Vier mei slaat het klokje.
Abraham
doet,
zijn ronde.
In het ochtendgloren
is weer,
een volgeling geboren,
in een bedje,
zonder
stro.
Met geslepen bekjes,
floot
het vogelengezang,
in zijn eigen
aards paradijsje,
een ode aan een nieuwe,
jonge,oudere man.
Abraham,
lacht in zijn baardje.
Weer één,
die loopt in het spoor,
van zijn vaartje
bokkie46