Zij danst zoals ze hier voor mij
nog nooit gesproken heeft;
ik kan haar lezen en de woorden proeven
omdat ze zich blootgeeft aan mij-
en aan de gluurder aan de overkant
die meekijkt en zijn lippen likt.
Hij ziet niet wat ik zie omdat hij
de context niet kent, beleefde
en nooit de woorden niet gehoord heeft.
Hij kijkt met ogen, omdat hij niet kan zien
en er niet is. Ik zonder.
Het is meer de droom en de liefde.
Hij loopt als zij nog danst en klopt
verstoort de muziek die ik kon horen
en schreeuwt. En wit wordt rood
en ook het tapijt verkleurt
als zij valt en na de stoot van het wapen
nooit meer voor mij dansen zal.