Ik wil het doorslikken, een woord van je
maken; iets dat over mijn lichaam kan
heengaan, dat mensen niet meer hoeven
te lachen als ze zien hoe ik je naam
uitspreek, hoe het mijn ogen kost om te zien
hoe het had kunnen zijn en dat je stopte
toen het meer werd, toen je zag hoe anderen
ook keken, praatten over hoe wij waren, hoe
er altijd iets was en je had gekregen wat je wilde
hebben, het onbekende. Je draaide je om, deed
een ander, nam je spullen, sloot de deur,
deed je schoenen aan, vergat je huid .