Deel 3:
Mijn gedachten werden bruut verstoord door de luide schoolbel. Moeizaam stond ik op en begaf me naar de uitgang van de toilet. Net toen ik de klink in mijn handen had, bedacht ik me dat Kristel wel eens op me zou kunnen wachten. Na even getwijfeld te hebben over wat ik het beste kon doen, besloot ik dat ik toch maar niet te laat in de les wilde komen. Toen ik de gang op liep, zag ik verschillende mensen naar hun klaslokaal begeven. Nergens was Kristel te zien. Blijkbaar was zij al naar de klas gegaan. Na een paar gangen te hebben door lopen, kwam ik uit eindelijk bij het geschiedenislokaal aan. Ik was samen met nog twee anderen de laatste van onze klas en zocht gauw mijn plek op. Kristel keek op toen ik net ging zitten, ze was nog steeds boos op me. En omdat nog eens goed in te drukken, ging ze druk praten met het meisje wat naast haar zat, waar ze altijd een hekel aan had gehad. Zucht, het zou nog een lange dag worden.
En dat werd het zeker. Toen onze leraar de namen had op genoemd om te zien of iedereen er was, drong het me pas door dat ik Eefje niet gehoord had. Schichtig keek naar de plaats waar ze altijd hoorde te zitten; geen Eefje. Angst drong zich voort in mijn hart; waar kon Eefje in hemelsnaam zijn? Ze was nooit ziek, deed altijd haar best ondanks ze er wel van houd om niet te doen wat de leraar zegt en was gewoon de beste leerling die een leraar zich kon wensen. Kennelijk had de leraar mijn afwezigheid gemerkt en was gestopt met praten.
Toen ik niet reageerde op de stilte, kwam hij naar me toe gelopen en bleef een tijd voor me staan. Pas na een paar minuten werd ik ruw wakker geschud en keek in de strenge ogen van mijn leraar. ‘En waar zitten wij met onze gedachten heer Nellens?’. Ik slikte even en bedacht onder tussen een antwoord. Ik kon gewoon maar het beste eerlijk zijn en stelde nu op mijn beurt mijn vraag. ‘Waar is Eefje eigenlijk?’. Vroeg ik op een zachte toon en ik zag dat de leraar even verrast was door mijn vraag. ‘Juffrouw Bremens? Nou eh…, nou. Ik weet het eerlijk gezegd niet, heer Nellens. Maar waarom wilt u dat weten?’ ‘Gewoon’. Ik haalde tegelijk mijn schouders op en hoorde een aantal jongens om me heen fluiten. De leraar schudde verward zijn hoofd en vervolgde weer zijn les over de romeinen. Na de les werd ik direct bij mijn arm gegrepen door Kristel. Verbaasd keek ze me aan; ‘Wat was er met je aan de hand? Waarom deed je zo raar?’. Ik haalde mijn schouders op en liep gedachtenloos naar de aula. Kristel week niet van mijn zijden, telkens maar weer vroeg ze waar ik die vorige avond had gezeten. Toen ik eindelijk een stoel en een vrije tafel had gevonden, keek ik haar strak aan. ‘Als je echt wilt weten waar ik vannacht heb gezeten, dan hou je nu je mond en luister je’. Kristel knikte direct en keek me verlangend aan. Ik rechte mijn rug en zuchtte; ‘Ik was gisteren op het verlaten kerkhof’. Ik zag Kristel verbaasd kijken en voordat ze kon antwoorden, ging ik al weer veder. ‘Ik had een weddenschap met Eefje afgesloten. De gene die niet zou komen of eerder weg zou gaan, zou verliezen’. Kristel keek me niet begrijpend aan en ik wist vanaf dat moment dat het moeilijk uit te leggen zou zijn.
Word vervolgd.