veel te veel verdriet
zit me gewoon te diep,
net zoals al de troebele watertjes
die 'k bibberend en bevend,
tot aan mijn knieen of lippen
slagwiekend, haast verdronken
heb doorwaad of gezwommen,
maar jij,
windstil of storm
blijft aan mijn zij
als 'n trouwe matroos,
waar is de tijd
dat je zeurend of schreiend
als kind naast me liep
en 'k geen raad met je wist,
om een prul van niet ?
of was Gods geest toen aanwezig
toen 'k je schiep
en ikzelf helemaal afwezig,
met mijn gedachten
elders,
met iets anders bezig
misschien ?