jouw vergane vaarwater
in het water zie ik jou, helder als de morgendauw,
lachend als een feeënvrouw, en ik gedompeld in jou en rouw,
omdat je me verliet voor andere oorden en lievere woorden
ik probeer toch aan mezelf te bouwen, minuten op iedere zin te kauwen,
je hele familie te vertrouwen
waar is de tijd, nu weg en verspreid, in verborgen stukjes hersen,
achter een eeuwige cesuur, achterwaarts vervagend,
wachtend op vergetelheid,
en voor altijd uit mijn vingers weg, die je vormen nog voelen,
nu lig ik alleen te woelen, in onze queenloze kingsize,
mij affectief om dekens klemmend, en zwemmend in de leegte
van lichaam, ruimte, geest en tijd,
jouw lach die mis ik nog het meest, je drang om giechelend klaar te komen,
en samen over ooit te dromen, over ooievaren en samen varen,
door zeeën van verzegeling van ons eeuwige verbond,
wachtend op de morgenstond vol zon in zelfs de diepste waterdeeltjes,
delers van één toekomst die me nu nog toekomt,
want je had het me beloofd
vertrek nu uit m’n hoofd en uit het water en de ruiten en de regen
en gitaren en alle bruine haren en iedere frisse adem en alles met
lange benen aan, en zachte borsten en lippen die om me slippen
en me helemaal absorberen en me diep tot in mijn ziel verteren
je draagt m’n ziel nog met je mee en weet het zelf niet,
nu kan ik je nooit meer van de duivel kopen en moet ik blijven hopen
dat je tot inkeer komt en m’n ziel daar ontmoet en hernieuwde
liefde voelt en mij ten minste ook een stukje van jouw ziel komt brengen
want ik ben eenzaam in deze echo’s van jouw lach,
waar ik mezelf knuffel en tevergeefs troost
zelfs de bomen roepen zachtjes krakend jouw naam
ritaaaaaa…………..ritaaaaaaaa………….
spijtig van die naam ja, maar ik heb van je gehouden